[1]
Vader 'k wil U danken
voor wat U hebt gegeven,
ik dank U voor uw liefde zo wondergroot.
Heer, U bent gekomen
op aard' voor onze zonden,
dat U toen bent gestorven de bitt're dood.
[2]
Dank U voor het leven
dat U ons hebt gegeven,
het is zo onbegrijpelijk en zo veel waard.
Heel uw goede schepping
vol kleuren en vol leven,
zij jubelt van uw grootheid op deze aard'.
[3]
Dank U voor de kind'ren,
in liefde ons geboren,
laat ze U toebehoren door 't leven heen.
Wilt U ze geleiden
tot 't eind van alle tijden,
dan zijn ze door uw liefde nooit meer alleen.
[4]
Als ik straks dit leven
aan U terug moet geven,
ben ik niet bang te sterven
als Gij bij mij zijt.
Dat 'k mag binnenkomen
in 't land van gouden stromen
en dat 'k U lof mag zingen in eeuwigheid. |
|