[1]
Ga met mij mee, o Heer,
ga met mij mee.
Zonder u durf ik niet,
sta ik alleen.
In uw aanwezigheid
durf ik te leven, Heer.
Ga met mij mee,
ga met mij mee!
[2]
Ga met mij mee, o Heer,
ga met mij mee.
Stel mij gerust, o Heer,
geef mij uw kracht.
Door uw aanwezigheid
kan ik weer leven, Heer.
Ga met mij mee,
ga met mij mee!
[3]
Ga met mij mee, o Heer,
ga met mij mee.
Draag mij op handen, Heer,
schenk mij uw arm.
Uw tegenwoordigheid
is voor mij leven, Heer.
Ga met mij mee,
ga met mij mee! |
|