Hij heeft gedacht aan Zijn genade,
Zijn trouw aan Isrel nooit gekrenkt.
Dit slaan al 's aardrijks einden gade,
Nu onze God Zijn heil om schenkt.
Juich dan den HEER' met blijde galmen,
Gij ganse wereld, juich van vreugd.
Zing vrolijk in verheven psalmen
Het heil, dat d' aard' in 't rond verheugt. |
|