Laat al de stromen vrolijk zingen,
De handen klappen naar omhoog;
't Gebergte vol van vreugde springen
En hupplen voor des HEEREN oog.
Hij komt, Hij komt, om d' aard' te richten,
De wereld in gerechtigheid;
Al 't volk, daar 't wreed geweld moet zwichten,
Wordt in rechtmatigheid geleid. |
|