10607 Psalm 106:7
De waatren keerden in hun kolk;
vorige pagina
De waatren keerden in hun kolk;
Waar paard en ruiter, vorst en volk,
Tot een toe, in den vloed versmoorden.
Toen had gans Isrel juichensstof,
Toen, toen geloofden z' aan Gods woorden,
Toen zong al 't volk des Hoogsten lof.