Zo word' Uw dierbaar volk in 't end,
Bevrijd van rampspoed en ellend';
O God, verlos ons door Uw hand,
Verhoor ons, zend ons onderstand!
Gij hebt tot onze vreugd voorspeld,
En in Uw heiligdom gemeld,
Dat Sichem mij zijn Vorst zal heten
En ik het dal van Sukkoth meten. |
|