59 O God, bevrijd mij van de macht

vorige pagina
[1]
O God, bevrijd mij van de macht,
die mij steeds staat naar 't Ieven.
Bescherm mij voor de brute kracht,
die naar mijn dood blijft streven.
[2]
't Gevaarlijk, ruw en groot,
eskader van de dood,
slaat toe met bruut geweld,
waar 't recht der sterke telt.
Heer, wil mij daarvoor sparen.
[3]
Geen opstand tegen uw bestaan,
geen misstap maakt mij schuldig.
Geen onrecht deed ik iemand aan.
Wat is daarvoor hun hulde?
[4]
Zij zoeken nu mijn dood.
O, help mij in mijn nood
en wordt toch wakker, Heer,
toon geen genade meer.
Almachtig God van Israël.
[5]
Zij trekken 's avonds door de stad
gelijk een meute honden.
Ze groeien op voor galg en rad;
het vuil stroomt uit hun monden.
[6]
Venijnig is hun woord.
Hun spot is als een moord,
hun taal steekt als een mes:
"Geen God leert ons de les,
wie zou ons moeten horen!".
[7]
Maar U hoort hen, almachtig God.
Spot zult U met hen drijven.
Ik reken op uw kracht, mijn God:
mijn sterke burcht zal blijven.
[8]
U houdt zoveel van mij,
uw redding maakt mij vrij.
Kom mij te hulp, o Heer
de vijand dreigt zo zeer -
en laat mij zegevieren.
[9]
Dood niet direct mijn vijand, Heer.
Wellicht zou men vergeten,
wat uw bescherming voor mij deed.
Laat hen van onrust weten
[10]
en sla hen dan terneer
met al uw kracht, o Heer.
Mijn schild bent U, o God.
Wat uit hun monden komt,
is niets dan vloek en leugen.
[11]
De lastering woont in hun mond.
Ze zijn door trots bevangen.
Hun woorden boren in de grond
en houden hen gevangen.
[12]
Stoot hen in woede neer,
toon hen uw oordeel, Heer.
Dat ieder het beseft
wie Israël regeert
en tevens heel de aarde.
[13]
Zij trekken 's avonds
door de stad
gelijk een meute honden.
Hun zoektocht voert langs menig pad
naar vulling voor hun monden.
[14]
En zijn zij onvoldaan,
wie brengt hen dan tot staan?
Want wat men hen ook vroeg,
voor hen is niets genoeg.
Hun antwoord is een grommen.
[15]
Maar ik zal zingen
van uw kracht,
van goedheid, Heer, getuigen.
U bent mijn burcht en sterke macht,
mijn toevlucht, ik zal juichen.
[16]
Een redder in de nood;
mijn lied maakt, Heer, U groot.
Want U verleent kracht,
uw burcht geeft levenskracht.
God houdt van mij voor eeuwig.