1 O HERE, onze Here, hoe heerlijk is uw Naam

vorige pagina
1. O HERE, onze Here, hoe heerlijk is uw Naam
op de ganse aarde.
Gij, die uw majesteit toont aan de hemel.
Uit de mond van kinderen en zuigelingen
hebt Gij sterkte gegrondvest,
uit tegenstanders ten spijt,
om vijand en wraakgierige te doen verstommen.
Aanschouw ik uw hemel, het werk van uw vingers
de maan en de sterren die Gij bereidt hebt,
de maan en de sterren die Gij bereidt hebt,

2. wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt,
en het mensenkind, dat Gij naar hem omziet?
Toch hebt Gij hem bijna goddelijk gemaakt
en hem met heerlijkheid en luister gekroond.
Gij doet hem heersen over de werken uwer handen,
alles hebt Gij onder zijn voeten gelegd:

3. schapen en rund’ren altegader
en ook de dieren des velds,
de voog’len des hemels en de vissen der zee,
hetgeen de paden der zeeën doorkruist.
O HERE, onze Here, hoe heerlijk is uw Naam
op de ganse aarde,
op de ganse aarde.