Door al Uw deugden aangespoord,
Hebt Gij Uw woord
En trouw verheven.
Gij hebt mijn ziel op haar gebed,
Verhoord, gered,
Haar kracht gegeven.
Al 's aardrijks vorsten zullen, HEER',
Uw lof en eer
Alom doen horen,
Wanneer de rede van Uw mond ,
Op 't wereldrond,
Hun klinkt in d' oren. |
|