Looft God, zingt eeuwig 's HEEREN lof,
Gij, die in 't glansrijk hemelhof,
Die in de hoogste plaatsen woont.
Waar God u Zijn nabijheid toont;
Looft Hem, gij englen, legermachten,
Die op Zijn wil en wenk blijft wachten
Looft, heldre sterren, maan en zon,
Looft d' Almacht, looft der lichten bron. |
|