Dus wil d' Almachtig', op hun smeken,
Door hen zich aan de heidnen wreken;
Door hen de wreevle volken straffen,
Elk loon naar werk verschaffen;
Hun koningen in ketens slaan;
Hun groten doen in boeien gaan,
En 't recht, gelijk 't beschreven staat,
Volvoeren naar Zijn raad. |
|