Hoor, Heer, Gij God van trouw en recht,
mijn zaak is recht, hoor naar mijn klagen,
doe eindelijk uw aanschijn dagen,
dan is voorgoed het pleit beslecht.
Gij hebt gepeild mijn diepste gronden,
mijn hart doorschouwd in diepste nacht,
mijn woord getoetst aan wat ik dacht,
en gij hebt mij oprecht bevonden. |
|