Hij daalde neer in wind en wilde luister,
rondom zijn voeten woelden storm en duister.
Hij zweefde op een cherub en Hij vloog
op vleug'len van de stormwind van omhoog,
het duister als een mantel omgeslagen,
door waat'ren en door wolken voortgedragen.
Hij zond een hagelstorm en bliksemlicht
als bodem voor zijn blinkend aangezicht. |
|