Zo blijft Gij, God, uw knecht,
en houdt zijn paden recht
in 't spoor door U gewild.
Wie uw geboden acht,
wie trouw uw wet betracht
beloont Gij ruim en mild.
Maar zonder U, o Heer,
verdwaal ik altijd weer
op zelfgekozen wegen.
O, reinig metterdaad
mij van 't verborgen kwaad,
en leid mij met uw zegen! |
|