Ik ben alleen als in een leeuwenkuil.
Mijn oren zijn vervuld van hun gehuil,
en waar ik opzie, staar ik in de muil
van wilde dieren.
Buffels van Basan, sterke jonge stieren,
staan om mij heen, die met hun hoge hoornen
en bliksemende ogen op mij toornen -
ik ben alleen. |
|