Gij hebt ze zelf uiteengeslagen,
die onze vaad'ren rond zich zagen
en heel hun wijde grondgebied
gaaft Gij aan Isra?l om niet.
Nee, niet de zwaarden in hun hand,
uw arm heeft hun ruim baan gegeven,
uw gunst schonk hun 't beloofde land,
uw lichtend aanschijn deed hen leven. |
|