Want onze God zou immers weten,
wanneer zijn volk Hem had vergeten,
zich tot de goden had gewend?
Hij die de hartsgeheimen kent?
Gij ziet toch, Heer, om U alleen
sterven wij daag'lijks duizend doden,
de vijand drijft ons voor zich heen
als weerloos slachtvee voor zijn goden. |
|