Hun eigen tafel worde tot een strik
en tot een val voor al hun disgenoten;
doe hen verdolen met hun oog gesloten
en doe verduist'ring dalen voor hun blik.
Stort, Here God, op hen uw gramschap uit
en laat de gloed uws toorns hen achterhalen,
hun woonplaats zij aan het verderf gewijd,
doe over hun bestaan de schaduw dalen. |
|