't Volk weet niet waar het schuilen moet,
men eet zijn vlees, men drinkt zijn bloed,
het schijnt alsof het is vergeten.
Zij zeggen: Hoe zou God het weten?
De Allerhoogste ziet het niet!
Zo groeit hun waan, die niets ontziet.
Zij leven vrolijk zonder God,
voor hun bezit, hun dwaas genot. |
|