Mijn uitverkoren knecht, zo spreekt des Heren mond,
is David die Mij dient, hem gaf Ik mijn verbond,
aan hem en aan zijn huis heb Ik mijn eed gezworen,
voorgoed zal uw geslacht de heerschappij behoren.
Uw kinderen zal Ik de eeuwen door geleiden,
Ik schraag uw troon en rijk tot aan het eind der tijden. |
|