94 De lof, de heerlijkheid, de kracht

vorige pagina
1. De lof, de heerlijkheid, de kracht
worde voor eeuwig toegebracht
de Here God Almachtig!
Het koningschap heeft Hij aanvaard
over de hemel en de aard,
rechtvaardig en waarachtig.
Halleluja!
Laat ons blijde
't loflied wijden
aan de Here,
juichen onze God ter ere!

2. Nu kan de bruiloft van het Lam,
waar heel de schepping naar verlangt,
de goede tijd, beginnen.
Zijn bruid maakt zich voor Hem gereed:
zij mag zich tooien met een kleed
van smetteloos fijn linnen.
Halleluja!
Heil'ge daden
zijn als draden
saamgeweven,
tot een feestkleed haar gegeven.

3. Welzalig wie genodigd zijn
tot deze bruiloft, dit festijn,
wie reine kleren dragen.
Hun loflied, dat het Lam begroet,
klinkt als het daav'ren van de vloed,
als zware donderslagen.
Halleluja!
De Gerechte
zal zijn knechten
met beschamen:
wat God spreekt is amen. Amen.