Zevenmaal daags zeg ik uw goedheid dank,
rechtvaardig is uw wet en mij ten zegen.
Dit geeft mijn loflied innigheid en klank.
Zij die uw wet beminnen, gaan uw wegen.
Zij wand'len voort in vrede, vrij en frank,
geen struikelblok, geen onheil houdt hen tegen. |
|