[1]
De Zoon van de hemelse Vader,
lag in een oude stal.
Hij was een heel gewone baby,
die later heersen zou.
Daarboven scheen de ster van Bethlehem,
ze straalde in de nacht.
Ze wees aan de herders en wijzen,
waar het kindje lag.
[2]
Moet jij er weleens aan denken,
waarom Jezus kwam.
Jezus wil bij de mensen wonen,
in jouw hart als het kan.
Dan wordt je zelf een ster; je straalt het uit.
Dan geef je schitt'rend lciht,
houd dus altijd je ogen
op Jezus de Heiland gericht. |
|