125 Geprezen zij de Heer die eeuwig leeft

vorige pagina
1. Geprezen zij de Heer die eeuwig leeft,
die vol ontferming ieder troost
en alle schuld vergeeft,
die al het aards gebeuren vast in handen heeft.

refrein:
Hem zij de glorie, want Hij die overwon
zal nooit verlaten wat zijn hand begon.
Halleluja, geprezen zij het Lam,
dat de schuld der wereld op zich nam.

2. Verdreven is de schaduw van de nacht,
en wie Hem wil aanvaarden
wordt eens veilig thuisgebracht.
Voor hem geldt ook dit wonder: alles is volbracht.
refrein:

3. Hij doet ons dankbaar schouwen in het licht,
dat uitstraalt van het kruis.
Dat eens voor ons werd opgericht;
en voor ons oog verrijst een heerlijk vergezicht.
refrein: