[1]
Waarom is 't hier feest vandaag?
Waarom die lichtjes blij?
Een boom zo prachtig mooi versierd,
vertel mij eens, weet jij?
[2]
Maar weet jij 't niet: 't is feest vandaag,
't is feest voor onze Heer.
Hij daalde eens, heel lang geleen,
voor ons op aarde neer.
[3]
Maar waarom zijn die kaarsjes aan
en waarom is 't zo stil?
Omdat de kaarsjes lichtjes zijn
en God 't van ons ook wil.
[4]
Hoe moeten wij dan lichtjes zijn
in deze donk're nacht?
Vertel het maar aan iedereen;
God heeft Zijn Zoon gebracht.
[5]
Als ik in de stal zou staan
en naar het kind kon gaan,
dan zou ik zeggen: 'Lieve Heer,
ik buig mij voor U neer'.
[6]
Ik geef U heel mijn hartje klein
en wil Uw kind graag zijn.
Het is voor mij dat U daar ligt.
Ja, dan schijnt 't kerstfeestlicht. |
|