99 Wat een vriend, wat een vriend

vorige pagina
[1]
Wat een vriend, wat een vriend,
want Hij droeg de straf,
die ik had verdiend.
Hij nam van mij af
alle schuld.
Hij maakte mij vrij.
[2]
Wat een held, wat een held,
want Hij droeg het kruis
dat ons nu vertelt:
je bent welkom thuis
bij de Heer.
Hij maakte mij blij.
[3]
Wat een God, wat een God,
die zo aan ons dacht.
Hij heeft dwars door de dood
het leven gebracht,
en ik weet:
er is niemand als Hij,
niemand als Hij.
Hij maakte mij vrij,
niemand als Hij.
Hij maakte mij blij,
er is niemand als Hij...