152 In het begin was het Woord

vorige pagina
[1]
In het begin was het Woord,
en het Woord was bij God.
In het egin was het Woord
en het Woord was God.
[chorus]
Looft God, buigt u neer.
Prijst Zijn Naam. Hij is Heer.
Machtig, heilig, geef Hem eer.
[2]
Eens is de wereld geworden,
door het Woord van God.
Niets zonder Hem is geworden
wat geworden is.
[3]
In Hem alleen was het leven
in het Woord van God.
Leven en licht van de mensen
van de mensen.
[4]
Licht in het duister der mensen
is het Woord van God.
Duisternis greep en bezweek voor
het Licht van God.
[5]
Allen die Hem wel aanvaarden,
als het Woord van God.
Zijn door het Woord als geboren
kinderen van God.