[1]
Eerste kaars, ik steek je aan,
want het nieuwe licht breekt baan!
De belofte eens gegeven
doet ons alle dagen leven.
[2]
Tweede kaars, ga nu je gang,
want het wachten duurt al lang.
Maar wij blijven zeker weten;
God zal ons toch niet vergeten.
[3]
Derde kaars, schenk ons je licht;
God geeft ons een beter zicht.
't Donker kan niet meer verhullen
wat Gods dag ons gaat onthullen.
[4]
Vierde kaars, nu jij ook schijnt,
zien we hoe de nacht verdwijnt.
Want jouw vlam is ons een teken,
dat de vrede aan gaat breken.
[5]
Grote kaars, ik steek je aan,
want het licht is opgegaan.
Wie het horen wil, die hore:
de Messias is geboren! |
|