[1]
Ik kijk omhoog naar de bergen.
Wie zal mij helpen steeds weer?
Dat is mijn schepper, mijn beschermer.
Mijn hulp is van de Heer.
Hoog als de bergen, diep als het meer,
is mijn beschermer Jezus, mijn Heer.
Want jouw bewaarder zal niet slapen
waar jij ook gaat.
Hij zal je voeten bewaren voor alle kwaad. |
|