254 Roddelen

vorige pagina
[1]
Oren kunnen horen, kunnen luisteren.
Monden kunnen spreken, kunnen fluisteren.
Roddelen, klessebessen,
tongetjes zo scherp als messen.
Pas toch op wat je doet;
roddelen is niet goed.
Heer, zend uw licht en uw waarheid
dat zij mij leiden voor altijd.