259 Vader, dank U wel

vorige pagina
[1]
Vader, dank U wel,
U bent in ons midden.
Vader, dank U wel,
dat wij mogen bidden.
Dat U naar ons luist'ren wilt;
daarvan wordt een ieder stil.
[2]
Vader, dank U wel,
U bent in ons midden.
Vader, dank U wel,
dat wij mogen bidden.
Of U zon en regen geeft,
opdat niemand honger heeft.
[3]
Vader, dank U wel,
U bent in ons midden.
Vader, dank U wel,
dat wij mogen bidden.
Voor het brood van elke dag;
dank U wel dat ik bidden mag.