[1]
Want ik weet (want ik weet)
dat mijn God (dat mijn God)
dag en nacht (dag en nacht)
aan mij denkt (aan mij denkt).
Want ik weet (want ik weet)
dat mijn God (dat mijn God)
dag en nacht (dag en nacht)
aan mij denkt (aan mij denkt).
[2]
Vol van vrede (vrede),
liefde (liefde),
genade (genade)
en goedheid.
Vol van vrede (vrede),
liefde (liefde),
genade (genade)
en trouw. |
|