1. Laat die gezindheid bij u wezen
die ook in Christus Jezus was,
die zich niet schaamde mens te wezen,
maar kind aan huis op aarde was.
2. Hij heeft de hemel opgegeven,
de mensenzoon die was voorzegd,
om als slaaf ons voor te leven,
een heer die knielde als een knecht.
3. Hij droeg gehoorzaam en geduldig
de last der zonde, zwaar en groot;
hoog aan het kruis heeft Hij, onschuldig,
zichzelf vernederd in de dood.
4. God heeft Hem daarom uitermate
verhoogd, Hem met een Naam gekroond
die niemand ongenoemd kan laten,
die boven alle namen troont –
5. opdat zich elke knie zou buigen
in naam van Jezus God ter eer,
en alle tongen zouden juichen:
geloofd zij Christus, onze Heer!
|
|