1
Nu weer een jaar is heengegaan
komen wij schaamrood voor U staan -
uw wijngaard is een wildernis,
woest is wat toch uw wingerd is.
2
Zie onze boom, zo vruchteloos,
ons hart zo mat, zo lusteloos;
wij gaven niet wat Gij ons vroeg,
geen twijg die vrucht voldoende droeg.
3
Wij bidden U, o goede God:
laat ons niet over x ons lot,
heb nog een jaar met ons geduld -
wie weet wat Gij dan oogsten zult!
4
Geef ons te groeien, vrij en fier,
graaf dieper nog, wijngaardenier!
Voed ons doordringend met uw Geest,
omring ons, liefde die geneest!
5
God, laat ons hier nog één jaar staan,
dan zal de bloesem bloeien gaan,
zodat uw wijngaard, wereldwijd,
roem oogst om zoveel vruchtbaarheid! |
|