129 Te middernacht geboren

vorige pagina
[1]
Te middernacht geboren
van hogerhand: een kind -
het eerste ochtendgloren
dat stil aan warmte wint.
Nog heerst de koude dood,
maar aan de zwarte hemel
glanst zacht het morgenrood.
[2]
Te middernacht geboren
het levenwekkend licht.
God had nog nooit tevoren
zo’n menselijk gezicht
Al handhaaft zich het kwaad,
het zal niet lang meer duren,
reeds lacht de dageraad
[3]
Te middernacht geboren,
het licht dat overwint;
het straalt tot in het noorden:
de zon, de Zoon - Gods kind!
De aarde, grauw en grijs,
wordt straks door licht gelouterd
zijn gouden paradijs.