130 Uit de diepten roep ik u

vorige pagina
1. Uit de diepten roep ik u
HEER, mijn God.
Ik heb u nodig, Here luister
nu ik schor gebeden fluister,
luister toch,
HEER, luister toch.

2. Als u niets dan zonden zag,
HEER, mijn God,
wie bleef in leven? Maar u wilt nu
juist vergeven. Dus verdient u
diep ontzag,
ons diep ontzag.

3. Ik blijf wachten tot u komt,
HEER, mijn God,
Ik blijf nog sterker op u wachten
dan een mens in lange nachten
wacht op licht,
het morgenlicht.

4. Israƫl, hoop op de HEER,
hoop op God,
want hij heeft zich aan jou verbonden.
Hij verlost je van je zonden.
Hij maakt vrij.
Hij maakt jou vrij!