Ik wist: de tijd is kort,
ik zakte weg en wachtte,
God boog zich naar me toe. Hoorde mijn geroep.
Hij trok mij uit de kuil en haalde mij naar boven.
Ik zat wanhopig diep,
hij trok mij op.
Hij gaf een lied aan mij,
een lied om hem te danken,
en ieder ziet dat hij indrukwekkend is.
Gelukkig als je weet: op God kan ik vertrouwen,
als je met leugenaars
niet mee wilt gaan.
Mijn HEER, het is te veel,
te veel om op te noemen,
wat u voor ons bedenkt, alles wat u doet.
U vraagt me niets terug, alleen maar dat ik luister
en voor u open sta,
dat is genoeg.
Hier ben ik om voor u te leven,
uw boek gaat over mij. Hier ben ik.
Waar u mij hebben wilt, is mijn bestemming,
uw wet is een open boek in mij.
U weet het, HEER, ik ga
vertellen van uw liefde.
Gemeente, menigte: God is trouw en goed.
Ik hou mijn mond niet dicht, ik maak er geen geheim van,
u bent de waarheid, HEER.
Bescherm mij dan.
Ook nu ik zoveel rampen meemaak.
Mijn zonden tellen door, ontelbaar
als haren op mijn hoofd, zoveel, oneindig.
Mijn hart is zover bij mij vandaan.
Kom help me snel, mijn HEER,
wilt u iets laten merken?
Bent u al onderweg? Kom en maak mij vrij.
Laat iedereen die mij kapot wil maken schrikken.
Laat ze niet lachen, HEER.
Maar jaag hen weg.
Geef al uw vrienden, HEER,
een hele goede reden
voor weer een vrolijk lied: onze God maakt vrij.
Ik kan geen kant meer op: mijn God, kom naar beneden
De nood is hoog, mijn Heer.
De tijd is kort. |
|