1. Wees mijn leidsman, trouwe Here,
voer mij, pelgrim, door de nacht.
Ik ben zwak, maar Gij zijt machtig,
van wie ’k al mijn steun verwacht.
Brood des hemels, brood des hemels,
voed mij door uw heil’ge kracht,
voed mij door uw heil’ge kracht.
2. Open uw kristalfonteinen,
waar de heilstroom uit ontspringt.
Laat uw wolkkolom verschijnen
als mij moed en kracht ontzinkt.
Doe mij reizen, doe mij reizen
door uw trouwe zorg omringt,
door uw trouwe zorg omringt.
3. Komt het uur, dat ik moet sterven,
red mij dan uit angst en nood.
Doe mij Kanaän beërven;
vrij van satan, hel en dood.
Eeuwig durend, eeuwig durend
maak ik dan uw liefde groot,
maak ik dan uw liefde groot. |
|