45 Psalm 45

vorige pagina
1. Met dit gedicht wil ik de Koning loven;
de woorden springen in mijn hart naar boven.
Ik zing ze uit; mijn tong is als een pen
waarmee ik soepel aan het schrijven ben.
O Koning, als wij naar uw schoonheid kijken
is er geen mens met u te vergelijken.
Genade spreekt uit alles wat u zegt;
wij zien dat God zijn zegen op u legt.

4. ‘Bruid, kijk je ogen uit, geloof je oren;
vergeet de streken waar je bent geboren.
Besef verwonderd wat je hier ontvangt.
Hier is de Koning die naar jou verlangt.
Hij is voortaan je heer, jij wordt de zijne.
Laat ieder heimwee uit je hart verdwijnen.
De rijken bieden je geschenken aan,
verlangen bij je in de gunst te staan.’