8 Heer, onze Heer, hoe heerlijk is op aarde

vorige pagina
[1]
Heer, onze Heer,
hoe heerlijk is op aarde
uw grote naam,
uw kracht, uw majesteit.
Schepper en heerser,
creatieve maker,
die aan de hemel
heel uw luister spreidt.
[2]
Met kinderstem,
met klanken van de kleinen
bouwt U een bolwerk,
dat de vijand stuit.
Uw wapen, waardoor
vijanden gaan zwijgen,
wraakzucht en woede
doven daarop uit.
[3]
Als ik omhoog kijk
naar wat eens uw handen
schiepen, het werk
door vingers Gods gemaakt,
zie ik de maan
en fonkelende sterren,
die op hun plaats
door U zijn vastgemaakt.
[4]
Heer onze God,
dan moet ik telkens denken:
Wat is de mens,
dat U zo om hem geeft
dat U voor hem wilt zorgen,
hem wilt dragen,
U die voor eeuwig
en voor altijd leeft.
[5]
U hebt hem
bijna goddelijk geschapen,
hem glorieus
met heerlijkheid gekroond.
U laat hem heersen
over heel de schepping
ja, over alles
wat op aarde woont.
[6]
U hebt gelegd
de schepping aan zijn voeten,
runderen, schapen,
wildvee op het land.
Vogels omhoog
en vissen in de zeeën,
zoekend hun weg,
geschapen door uw hand.
[7]
Heer, onze Heer,
hoe heerlijk is op aarde
uw grote naam,
uw kracht, uw majesteit.
Schepper en heerser,
creatieve maker,
die aan de hemel
heel uw luister spreidt.