1. Naam van Jezus, erewoord,
hemelhoog aan ons gegeven.
Ongedacht en ongehoord
wekt de morgenster ten leven.
Licht dat in het donker gloort,
Naam van Jezus, erewoord.
2. Haasten zich de tijden voort,
ons vertrouwen hier op aarde
is op Jezus, op zijn woord.
Het geringe is van waarde
omdat alles Hem behoort,
Naam van Jezus, erewoord.
3. Is de levensgang verstoord,
één Naam blijft dan ongeschonden,
heeft de dood het hart doorboord,
gaan wij aan het leed ten onder,
blijft zijn Naam het toevluchtsoord,
Naam van Jezus, erewoord.
4. Die door mensen werd vermoord,
die de mensheid kwam bevrijden,
gaf zijn bloed, dat rode koord,
als houvast en vrijgeleide,
als een levend lichtend spoor,
Naam van Jezus, erewoord.
5. Wie aan Jezus toebehoort
leeft en zal opnieuw beginnen.
Door zijn Naam, de erepoort,
treden wij het Godsrijk binnen,
zaligheid die ons bekoort.
Naam van Jezus, erewoord. |
|