1. Laat uw vlam steeds branden.
Laat uw zon niet ondergaan.
Laat het licht van uw liefde
om hun leven staan.
Aan allen die wij liefhebben.
2. Neem hun vuisten en tranen,
Neem hun angsten en hun pijn.
Laat uw troostende olie
op hun hoofden zijn.
Aan allen die wij liefhebben.
3. Als ze schreeuwen en vloeken,
als ze door de knieƫn gaan,
als ze wank'len en zoeken,
raakt U ze dan aan.
Aan allen die wij liefhebben.
4. Wees hun vriend en hun vader.
Sla uw arm om hen heen.
In uw sterke bescherming,
laat ze nooit alleen.
Aan allen die wij liefhebben. |
|