(445) Ik zag een kuikentje
1. Ik zag een kuikentje,
dat bij zijn moeder zat.
Onder haar vleugels,
waar het veilig zat
tegen regen, tegen zonneschijn.
Heer, zo wil ik bij U zijn.
refrein:
In de schaduw van Uw vleugels
wil ik schuilen, wil ik schuilen,
in de schaduw van Uw vleugels
wil ik schuilen, o Heer.

tussenzang:
U bent mijn toevlucht, U bent mijn sterkte,
U bent mijn schuilplaats, U, o Heer.
refrein:
In de schaduw van Uw vleugels
wil ik schuilen, wil ik schuilen,
in de schaduw van Uw vleugels
wil ik schuilen, o Heer.

2. Ik zag een kuikentje
dat bij zijn moeder zat.
Onder haar vleugels,
waar het veilig zat.
Zoals dat kuikentje, klein en teer,
wil ik schuilen, o Heer.