(474) Zet je voet maar op het water
1. Zet je voet maar op het water,
zet je voet maar op het meer.
Kijk niet naar de woeste golven,
kijk gewoon maar naar de Heer.
Hé, hee, weifel je nog, waar blijf je nou?
Hé, hee, twijfel je nog, de Heer roept jou, ja jou.

2. Zinkt de moed je in de schoenen,
het lijkt net of je verdrinkt;
als je roept, zal Hij je helpen
en Hij zegt: Houd moed mijn kind.
Nee, nee 'k weifel niet meer, ik kom erbij,
nee, nee ik twijfel niet meer, de Heer roept mij, ja mij.

Zet je voet maar op het water,
zet je voet maar op het meer.
Kijk niet naar de woeste golven,
kijk gewoon maar naar de Heer.

tegenstem:
Zet je rechtervoet maar op het water,
zet je linkervoet maar op 't grote meer,
kijk toch niet naar al die woeste golven,
kijk gewoon maar naar de Heer.