1. ’Zoals klei in de hand van de pottenbakker,
zo ben jij in mijn hand’, zegt de HEER.
’Zoals klei in de hand van de pottenbakker,
zo maak Ik jou een vat tot mijn eer’.
Kneed mij, Here God,
ook als het soms wel eens pijn doet.
Kneed mij, Here God,
U weet precies hoe ik zijn moet.
2. Zoals klei in de hand van de pottenbakker,
zo ben ik in uw handen, o Heer.
Zoals klei in de hand van de pottenbakker,
zo maakt U mij een vat tot uw eer.
Kneed mij, Here God,
’k wil mij opnieuw aan U geven.
Kneed mij, Here God,
U maakt iets moois van mijn leven.