(113) Geeft ere de Here
[1]
Geeft ere de Here,
wilt Gods naam vereren,
u, dienaars van Hem.
Begint nu uw lofzang,
de eeuwige weerklank;
brengt dank met uw stem!
[2]
Waar Gods zon gaat stralen,
tot waar hij zal dalen
bewijst men Hem eer.
Zijn macht over volken
reikt hoger dan wolken.
Wie is als de Heer?
[3]
Hoog woont op zijn zetel
God, die uit de hemel
zich buigt naar de aard'
om zwakken te sterken,
die armen laat merken:
zij zijn Hem veel waard.
[4]
Hij geeft hen het aanzien,
opdat men zal inzien
wat God heeft bedoeld.
Een vrouw zonder kind'ren
zal blij ondervinden
hoe moederschap voelt.