(25) Daar juicht een toon, daar klinkt een stem
[1]
Daar juicht een toon, daar klinkt een stem,
die galmt door gans Jeruzalem;
Een heerlijk morgenlicht breekt aan,
De Zone Gods is opgestaan.
[2]
Geen graf hield Davids Zoon omkneld.
Hij overwon, Die sterke Held!
Hij steeg uit 't graf door 's Vaders kracht,
Want Hij is God, bekleed met macht.
[3]
Nu jaagt de dood geen angst meer aan,
Want alles, alles is voldaan.
Die in 't geloof op Jezus ziet,
Die vreest voor dood en helle niet.
[4]
Want nu de Heer is opgestaan,
Nu vangt het nieuwe leven aan,
Een leven door Zijn dood bereid,
Een leven in Zijn heerlijkheid.