(27) Geloofd zij 's Vaders een'ge Zoon
[1]
Geloofd zij 's Vaders een'ge Zoon,
verhoogd tot 's hemels hoogste troon.
Hij leeft, Die stierf op Golgotha;
Halleluja! Halleluja!
[2]
O, welk een schone morgenstond,
die opgaat over 't wereldrond;
Gelijk de wachters in hun nood,
zo vluchten nu ook hel en dood.
[3]
Geef, Heiland, als Gij wederkomt,
en aller bozen mond verstomt,
dat wij niet vluchten voor Uw licht,
niet beven voor Uw aangezicht.
[4]
Maar dat w' U blijde tegen gaan,
en juichen: "Jezus heeft voldaan;
Wij zijn verlost door Zijn gena,
Halleluja! Halleluja!"