(133) Hij die rustig en stil
[1]
Hij die rustig en stil,
Zich steeds voegt naar Gods wil,
Hem in alles vertrouwt en gelooft;
Die slechts hoort naar Zijn stem,
Zich geheel geeft aan Hem,
Smaakt een vreugde,
die nimmer verdooft.
[chorus]
Zie slechts op Hem,
Volg gehoorzaam Zijn stem;
Blijf maar rustig vertrouwen,
Altijd ziende op Hem.
[2]
Loeit de levensorkaan,
Komt er zorg op ons aan
't Is Zijn glimlach, die alles verdrijft.
Klagen, zuchten, geween,
Vrees en twijfel gaan heen;
Als wij rustig vertrouwen in Hem.
[chorus]
Zie slechts op Hem,
Volg gehoorzaam Zijn stem;
Blijf maar rustig vertrouwen,
Altijd ziende op Hem.
[3]
Wordt u moeite en strijd
Door de mensen bereid:
Zie op Hem:
slechts Zijn blik schenkt ons moed.
Hij draagt u; ook uw kruis,
Brengt straks veilig u thuis,
Zorgt dat alles hier meewerkt ten goed'.
[chorus]
Zie slechts op Hem,
Volg gehoorzaam Zijn stem;
Blijf maar rustig vertrouwen,
Altijd ziende op Hem.
[4]
Blijf getrouw tot de dood,
Zorg in voorspoed of nood,
Dat toch nimmer het vuur in u doov'!
Wat Hij zegt, moet gedaan,
Waar Hij zendt, moet gij gaan.
Geen bezwaren: Vertrouw en geloof.
[chorus]
Zie slechts op Hem,
Volg gehoorzaam Zijn stem;
Blijf maar rustig vertrouwen,
Altijd ziende op Hem.
[5]
O, hoe groot is 't genot
Als men wandelt met God,
Hier door 't leven gaat,
eerlijk, oprecht;
Als in droefheid of vreugd
Men in Hem zich verheugt,
En zijn al op 't altaar heeft gelegd.
[chorus]
Zie slechts op Hem,
Volg gehoorzaam Zijn stem;
Blijf maar rustig vertrouwen,
Altijd ziende op Hem