(195) Vol van pracht schijnt een ster in d'oosternacht
Overgenomen uit Serné Chr. Feestliederen
[1]
Vol van pracht, vol van pracht.
Schijnt een ster in d' oosternacht;
Wijzen leidt zij met haar gloren,
Dáár, waar Jezus is geboren,
Hier is 't heil, door hen verwacht.
[2]
Bethlehem! Bethlehem!
Hoort gij daar die Eng'lenstem?
Vreed' op aarde, lof de Here,
's Mensen heil is Godes ere,
Alle heem'len loven Hem.
[3]
Hulp'loos kind, hulp'loos kind
Dat gij in een kribbe vindt,
Hij is 't, Die deez' eng'len prijzen,
Hij, gezocht door d' Oosterwijzen
Wordt Hij ook door u bemind?
[4]
Hij is 't waard, Hij is 't waard,
Die Zichzelf niet heeft gespaard,
Om het eeuwig, zalig leven,
Aan verloor'nen weêr te geven,
Schoon 't Hem 't bitterst lijden baard'.
[5]
't Is de Heer! 't Is de Heer!
Laat ons zingen Hem ter eer;
't Kerstfeest moog' ons vrolijk maken,
's Heren vriend'lijkheid doen smaken;
Dat Zijn Heil'ge Geest 't ons leer'!
[6]
Zingt verblijd! Zingt verblijd
Lied'ren aan de Heer gewijd
Laat aanbiddend ons herdenken
Wat Hij ons heeft willen schenken;
Wat Hij schenkt in eeuwigheid!